Ik heb een geheim. Het is niet zo heel oud. Maar nu ook weer niet zo recent. Nu, als je erover nadenkt, is dat een verbindende factor bij veel geheimen. Want eerlijk, ik kan ze al niet meer tellen hoor, de geheimen die niet meer geheim zijn (echt teleurstellend). Kent iemand echt een héééél oud geheim? Behalve dan waarschijnlijk geheimen over moorden enzo, die blijven soms wel heel lang geheim. Na deze uitzonderlijk goede analyse over geheimen, over naar het geheim in kwestie.
Enfin, mijn geheim gaat over een gebeurtenis die ergens begin september plaatsvond. Dit specifieke geheim heeft een heel rare invloed op mij. Enerzijds wil ik echt dat NIEMAND het NOOIT, OOIT, EVER te weten komt. Anderzijds wil iets in mij het heel graag delen. Genoeg context. Ik ga gewoon met de deur in huis vallen.
Shit. Hier komt het.
Ik heb midden in het Rivierenhof
iets gedaan. Voilà. Ik heb het gezegd.
(‘iets’, want ‘grote boodschap’ is voor emotionele seuten. Dat zijn wij niet. En enkel baby’s komen echt weg met het woord ‘kaka’ als het over uitwerpselen gaat.)
HET VERHAAL
In de zomer ga ik wel vaker ’s morgens voor mijn werk joggen.
Ok. Ik begrijp dat hier vragen op gaan komen. Ik ga ze gewoon meteen tackelen.
Waarom in godsnaam doe jij dat, ’s ochtends gaan joggen?
Omdat ik dat leuk vind. Ik weet dat veel mensen hiervan moeten overgeven. En mij nu KAPOT willen maken. Dat begrijp ik. Deze bekentenis is een offer dat ik moet maken om mijn ‘kakverhaal’ met de wereld te delen. Maar even serieus, ik vind dat echt leuk. Dat ontspant mij en geeft mij tegelijkertijd energie. Ik voel me een ander persoon.
Mensen die zich na het voorgaande antwoord, de vraag stellen:
MAAR WAAROM DOE JIJ DAT IN GODSNAAM?
Ik weet het niet. Het is gewoon zo.
Ten tweede, sorry. Ik weet dat jullie echt niet liggen te wachten op mensen die delen hoe ze voor het werk gaan joggen.
Ten derde, ik woon op een scheet van mijn werk, als ik wil gaan joggen voor mijn werk, moet ik nog altijd maar om half acht uit mijn bed: dat is echt luier dan heel VEEL mensen op deze wereld. Dat is eigenlijk een NON-prestatie. Goed dat we het daarover eens zijn.
MAAR DUS HET VERHAAL.
Ik was aan het joggen in het Rivierenhof. Rond half acht. Ergens in september. En plots moet ik naar het toilet. Nu ik heb nog al wel eens het gevoel gehad dat ik moet ‘gaan’, als ik aan het joggen ben. Ik kan hier heel duidelijk over zijn; er zijn weinig dingen die meer onaangenaam zijn dan heel dringend ‘ te moeten terwijl je aan het joggen bent. Je moet echt letterlijk een pakket verteerd voedsel terug naar boven duwen. Dat is hoogst onaangenaam en voor mensen met een moeilijke stoelgang, ook vaak nefast (want eens teruggestuurd, weigert mijn lichaam lange tijd om überhaupt nog over de brug te komen. Precies Bart De Wever aan de onderhandelingstafel). Maar buiten uiterst onaangenaam, is het meestal wél een optie om mijn stoelgang terug te sturen als het moet.
Deze ochtend niet.
Ik moest het DOEN. NU. Ik voelde me misselijk worden over heel mijn lichaam. Al het bloed trok weg uit mijn gezicht. Ik wist eigenlijk niet dat ik bloed in mijn gezicht had, tot op het moment dat het allemaal weg trok. En hoeveel ik mijn gevoeg vriendelijk maar kordaat aanmaande om terug te gaan: het wilde niet. Het was alsof er een orkaan in mijn zat: ik zou hier dieper op willen ingaan, op dit gevoel, serieus. Maar dan ga ik niemand ooit nog recht in de ogen kunnen kijken.
En ik kan je vertellen, als je op het punt staat om live een orkaan te gaan zijn in het schoonste park van Antwerpen, dan besluit je om een einde aan die situatie te maken. Ik wandelde (lopen was onmogelijk). Ik keek rond mij, op zoek naar een geschikte plek. En plots was het enige gewas dat ik in heel dat verrekte park zag: netels en andere pietluttige grasachtige struikjes. Struikjes die mijn lichaam NOOIT volledig zouden kunnen verstoppen
Ik ben best ok qua omvang,
maar ik ben ook niet het formaat van een egel.
Ik was niet meer in een park, ik was in een weide vol netels en kleine grasjes. Waardoor ik bijna de gedachte begon te accepteren dat ik al liggend, met mijn poep een beetje in de lucht (zie je het, een soort van plank) mijn gevoeg achter een bos netels zou moeten doen.
Tot ik een rododendron zag. Een echt schoon exemplaar.
En ik kan haar nog altijd niet genoeg aanprijzen omwille van haar densiteit. Nu, de selectie van struik lijkt je misschien geen moeilijke beslissing. Besef dan heel goed dat ik ze moest maken terwijl mijn lichaam op het punt stond om uit te barsten.
Waar is Zita? Sorry die is kak geworden.
DAT. GEVOEL.
Dus, ik loop op die rododendron af, en wat blijkt, binnen is dat precies een paleis, of toch tenminste een heel klein gezellig kamertje. Hoe meer ik erover nadenk, hoe zekerder ik word.
Rododendrons zijn de WC’s van moeder-natuur-de-wereld. En de wereld is (als je erover nadenkt) eigenlijk gewoon het huis waar we allemaal samen in leven. Dus eigenlijk is dat niet zo raar dat ik mijn gevoeg heb gedaan in een Rododendronstruik in het Rivierenhof.
En ik moet zeggen toen ik terug uit de rododendron stapte en de wereld weer licht werd, voelde ik me machtiger dan ooit. En hoewel ik aan een soort van slakkentempo verder stapte (ik was nog niet in staat te joggen) toch leek het alsof ik over de wereld heerste. ‘Zo voelt werelddominantie’, dacht ik. Tegen het moment dat ik in mijn straat terugkwam, leek het alsof ik net de wereld van de ondergang had gered. Ik geef het maar mee: als je net je gevoeg hebt gedaan in het midden van een park in Antwerpen, dan kan je de dag aan.
Voelt er zich nog iemand zich geroepen om dergelijke geheim* te delen?
Laat het ons weten. Dat mag ook anoniem.
*Het mijne is nu feitelijk geen geheim meer. Ik ben nog niet helemaal zeker, of dat nu goed of slecht is.
** Sorry, dat het zo lang was.
***En ook bedankt, om helemaal tot hier te lezen.
Haha zo grappig. Ik heb ook een geheim.”
Mijn hond vindt mensen- kaka geweldig en raad eens waar wij dat vaak tegenkomen: juist ja in het bos. Echt veel mensen en nee niet alleen kinderen doen kaka in het bos. t’Is maar dat je ‘t weet😊