Omdat wij een nogal levendige verbeelding hebben en iets té veel empathie tegenover de wereld kunnen wij, wanneer wij over straat lopen, niet anders dan van mensen die wij tegenkomen, het levensverhaal verzinnen. Waarom zijn die mensen daar? Wat doen die? Wat is hun onderlinge verhouding?
Sterker nog, wij kunnen dat zelfs met objecten. Wij kunnen allerlei emoties voelen bij achtergelaten speelgoed, eenzame auto’s of kinderwagens, vergeten boodschappen.
Nog sterker, wij kunnen dat ZELFS met foto’s. Van mensen, van objecten.
We weten het niet zeker, maar wij denken dat dit is gebeurd.
Hij was niet geïnteresseerd in vintage. Of in antiek. Hij snapte eigenlijk echt niet wat al die mensen op die markt kwamen doen. Er was zo weinig nuttigs aan. Maar hé, leven en laten leven, het was zijn probleem niet. Als die mensen geld wilden geven aan oud servies, met barsten, rare kleuren en als ze het niet erg vonden dat er maar vijf ondertasjes waren en zes kopjes, dan moesten ze dat vooral doen. Hij zou zot worden. Hij kwam er omdat hij praktische dingen vond, dingen die blijkbaar niemand moest hebben, maar waar je écht nog iets mee kon. Voor geen geld. En om weg te zijn van zijn vrouw, die anders sowieso met hem zou willen praten, of zou willen dat hij kattenbakvulling zou gaan halen in de Carrefour of zou insinueren dat zijn broek te versleten was en dat hij een nieuwe moest kopen.