Ik beken: ik heb geen plan. Nooit gehad. Altijd een beetje bang geweest voor die vraag ook. Geweetwel, die typische sollicitatievraag: ‘waar ziet gij uzelf binnen X jaar?’
Waarop mijn antwoord altijd was: ergens waar ik graag ben, terwijl ik iets doe wat ik graag doe.En nee, dat is niet wat de recruiter/nieuwe baas/leidinggevende graag wil horen. En het voelt een beetje lui, onvoorbereid misschien ook, om te moeten zeggen dat je niet weet je wat je wil.
Want dé mensen die hét gaan maken in deze wereld, die weten wat ze willen, toch?
Dat dacht ik altijd: weten wat je wil, is een troefkaart, want het enige wat je dan nog moet doen, is alle stappen zetten richting het doel. Gemakkelijk, in theorie. Voetje voor voetje tot aan het doel.Terwijl, als je niet weet waar je naartoe gaat, dan kan je ook wel eens voetje voor voetje in een mottige cirkel aan het wandelen zijn zonder te weten waar je naartoe gaat, om dan verrast te zijn dat je weer bij het begin uitkomt.
Maar door Sarah Vandeursen (die van De Idioten en van Kenji Minogue) bekijk ik mijzelf nu anders, zij zei een paar maanden geleden iets in DSM (De Standaard Magazine), ik ben er nog altijd niet goed van:
‘Niet weten wat je wilt heeft zijn voordelen. Stel je voor dat ik had volhard in mijn kinderdroom. Dan was ik dierenarts geworden en was ik nu misschien al klaar geweest. Terwijl er nu nog heel veel moet gebeuren. Ik moet nog een huis voor mezelf. Ik ga alle continenten nog bezoeken. Ik moet de vent van mijn leven nog tegenkomen. Mogelijk zet ik nog een paar schitterende kinders op de wereld. En ik droom ervan om zelf dimsums te maken. Mijn eerste dimsums zullen misschien zo lomp en zo groot zijn als vuilniszakken, maar ik ga ze toch op Instagram zetten.’
‘Nee,’ besluit ze, ‘door niet te weten wat je wilt, ben je veel vrijer.’
Dat is geen rocket science, I know, maar voor mij is dat een puzzelstukje dat plots goed valt. Sinds ik dit gelezen heb, durf ik het zeggen, dat ik het niet heb, dat plan. Nu ben ik niet meer zo jaloers op de mensen met hun plan. Een beetje nog wel, ik moet eerlijk zijn, maar minder dan daarvoor.
Want voor mij kan alles nog. Ik kan nog overal belanden. Ik kan nog (bijna) alles worden. Mijn troefkaart is niet dat ik mijn doel al kan zien, maar mijn goesting om van alles te proeven, mijn interesse in absurd veel dingen. Danku, van een Sara aan een andere Sarah. Succes met de dimsums.