Amy Krouse Rosenthal was een schrijfster. Dat ontdekte ze tijdens een date bij McDonalds met haar drie kinderen.* En nu heb ik haar ontdekt en wil ik alles van haar lezen. Het boek dat ik het meest wil lezen en ongelofelijk inspirerend vind, is ‘Encyclopedia of an Ordinary Life’. Daarin maakt ze, alfabetisch, een verzameling van haar leven, wat ze geleerd heeft, welke kennis ze opgedaan heeft, welke ervaringen ze beleefd heeft. En dat is zo schoon, zo klein en zo groot tegelijkertijd. En al is het maar alleen voor mezelf, ik wil ook zo’n alfabet maken. Hier. Letter per letter. Omdat kleine dingen zo groot kunnen zijn.
We zitten ondertussen aan de letter B.
Boterhammen:
Zoveel van mijn liefste herinneringen zijn gelinkt aan brood. Aan boterhammen vooral. Afgehaald worden van de kleuterschool door mijn mama en thuiskomen in een huis dat naar versgebakken brood ruikt. Mijn mama die daar boterhammen van snijdt en er meteen ook wat stukken salami of hompjes kaas bij snijdt. Dat de zon schijnt, dat het voelt alsof alles perfect is, veilig, zonnig, voldaan. Dat er nog zoveel belofte zit in de dag, misschien mag ik straks nog buitenspelen, tv-kijken, misschien brengt mijn papa iets leuks mee van zijn werk, alles is mogelijk.
Boterhammen meenemen naar school: veel mensen hebben slechte herinneringen aan brooddozen, ik overwegend goeie. Mijn papa maakte de brooddozen, tot lang nadat we daar zelf toe in staat waren (lees: tot diep in het middelbaar, ik weet het, wij waren belachelijk verwend). Omdat wij het leuk vonden om verrast te worden tijdens de middagpauze. Mijn papa kende onze voorkeuren en stopte geen dingen in onze brooddozen die wij niet lustten. Bij mijn geen paté, bij mijn zusje geen kruidenkaas. Wel af en toe een stuk chocolade of een groot stuk kaas (groter dan nodig voor de bijgevoegde boterham). Geen bentoboxen of gepelde mandarijnen of stronkjes brocolli, gewoon een brooddoos met brood. Lekker.
En nu, nu zit ik een boterhammenrouwproces, al meer dan twee jaar. Glutenallergie betekent: geen goeie boterhammen meer. We moeten daar niet flauw over doen: glutenvrij brood smaakt vaak naar sponzig, veel te zoet Amerikaans toastbrood, het is meestal crap, waar je het ook haalt, het benadert in de verste verte de heerlijkheid van écht brood niet. Ik droom nog altijd van het brood van mijn mama. Van het idee dat ze op woensdagnamiddag een dikke snee vers brood voor mij afsnijdt. Dat ze haar grote mengtrog bovenhaalt en meel mengt met zaden en pitjes, de geur van gist die oplost in warm water. Dat er tien broden staan af te koelen op het aanrecht. Van de perfecte combinatie van brood van mama en een ventje van pure chocolade in brokken op een boterham. Brood is een groot gemis. Of zijn het de behaaglijke momenten uit mijn jeugd die ik mis? Mja, deels. Maar toch ook vooral het gevoel van een goeie korst. Van een gistingsproces. Van de chemie van keiveel heerlijke gluten bij elkaar.
Bésignan:
Mijn tweede thuis. Mijn vlucht uit de realiteit, of nee, mijn parallel universum. Waar ik simpel leven wél makkelijk vind, waar ik bijna niks nodig heb, waar ik buiten zijn ervaar als het hoogste genot in een mensenleven. Waar alles lekkerder is, zélfs glutenvrij brood. Waar wij gaan trouwen deze zomer.
*Amy zat tijdens haar zwangerschapsverlof met haar drie kinderen bij McDonalds en dacht: fok de reclame, ik wil schrijven. Het is nu of nooit. En ze deed het. (Dit is door mij vrij geparafraseerd, ik denk niet dat ze letterlijk ‘fok de reclame’ zei, maar zo bedoelde ze het wel.)
Ok dat boek bestel ik snel even! Idem hier, trouwens zoveel brood-memories. Chocoladen ventjes op witte boterhammen zijn echt zooooo lekker!
Brood is gewoon het allerbeste. HET ALLERBESTE.
Ik herinner me ook de heerlijke geur van versgebakken brood bij jullie thuis en de 10 broden op het aanrecht. Ik mis hier ook écht lekker brood.