Ik maak graag to-dolijstjes. Maar ik wil wel snel iets kunnen afstrepen. Het gevoel hebben dat ik iets verwezenlijkt heb. Dus heb ik van een geniale vrouw geleerd dat zelfs de kleinste dingen die moeten gebeuren, op je to-dolijst mogen staan. Zodat je snel véél dingen kan afstrepen. Zodat je in de roes van de verwezenlijking nog meer dingen gedaan krijgt. Dat soort ingrepen getuigt van een ongelofelijk inzicht in mijn (en misschien ook jouw?) psyche, maar toch slaag ik erin om de to-dolijst voor mezelf toch nog grondig te verkloten. En wel door er dingen op te zetten waarvan ik vind dat ik ze moet doen, maar waarvoor ik in de verste verte geen energie, motivatie en vooral goesting heb.
DAMNIT. Die dingen verhuizen dan dagen- soms wekenlang van het ene lijstje naar het andere (ik maak lijstjes per dag, niet per categorie ofzo, ik ben maar een simpel persoon. Ik maak onderscheid tussen werk, privé en boodschappen, but that’s it. Hou uw kleurcodes weg van mij). En die dingen blijven dan mijn ogen uitsteken. Geeft mij dat meer zin om ze te doen? Nee. Weet ik dat ik me ongelofelijk opgelucht zou voelen als ik ze toch zou doen? JA. Maar toch slaag ik er niet in.
DACHT IK.
Want wat blijkt nu: als ik terugkijk naar to-dolijstjes in notitieboekjes van een paar maanden geleden, dan kan ik vaak toch nog veel dingen afstrepen. Dan zijn de dingen die toen zo moeilijk van lijstje naar realiteit evolueerden, toch gelukt.
Dus wat concludeer ik daaruit: dat ik gewoon meer tijd nodig heb, voor sommige dingen. Voor dingen waar ik wat langer op moet sjieken, dingen die ik echt niet graag doe, dingen waarvoor de planeten zowel qua tijd als qua goesting goed moeten staan.
Wat concludeer ik nog: dat een lege to-dolijst niet bestaat. Dat er altijd dingen zullen zweven en hangen. En hoe graag ik ook een leeg geestesleven zou hebben (mijn algemene gemoedstoestand tijdens een lange, activiteiten-arme vakantie komt het meest in de buurt), dat blijkt gewoon niet haalbaar. Dus kan ik sommige taken beter rustig en welgezind van dag naar dag naar dag naar week naar week verschuiven, in de wetenschap dat ik ze, als de tijd rijp is, wel zal afstrepen. In plaats van elke niet-volledig-afgestreepte to-dolijst als een schreeuwend falen te aanschouwen.
Dat zou ik beter doen, ja. Eén manier om dat te doen, voor mij? To-do’s blijven maken in schriften (in plaats van op de achterkanten van enveloppen bijvoorbeeld) en dan regelmatig eens terugbladeren. En hier en daar nog iets afstrepen, aanvinken, doorhalen. En denken dat het allemaal zo slecht nog niet gaat. Letterlijk focussen op wat wél gelukt is en niet op wat nog niet aan het lukken is. En tegelijk weten dat het ooit wel zal lukken. Zoiets. En alle kleine taakjes ook op een to-dolijst zetten. En ik heb het over nagels knippen, handdoeken in de was gooien, een document doormailen, het papier naar de kelder dragen EN AL DAT SOORT DINGEN. Want geef toe, het doorstrepen is de reden van de lijst. Geef het toe.
Bulletjournals zijn de beste uitvinding sinds het wiel én het warm water. En je maakt het zo simpel of complex als je zelf wil. Ik kan daar uren over praten. http://bulletjournal.com
Hahahaha. Wij ook! Welkom in de club.