Amy Krouse Rosenthal was een schrijfster. Dat ontdekte ze tijdens een date bij McDonalds met haar drie kinderen.* En nu heb ik haar ontdekt en wil ik alles van haar lezen. Het boek dat ik ongelofelijk inspirerend vind, is ‘Encyclopedia of an Ordinary Life’. Daarin maakt ze, alfabetisch, een verzameling van haar leven, wat ze geleerd heeft, welke kennis ze opgedaan heeft, welke ervaringen ze beleefd heeft. En dat is zo schoon, zo klein en zo groot tegelijkertijd. En al is het maar alleen voor mezelf, ik wil ook zo’n alfabet maken. Hier. Letter per letter. Omdat kleine dingen zo groot kunnen zijn.
We zijn aan C (ja, dit project gaat heel lang duren, maar voorlopig geloof ik nog dat ik het ooit ga afmaken)
Creatief: Hoe lang ben ik bang geweest van dat woord? Belachelijk lang. Absurd lang. Onnodig langs. Enfin, niet van het woord op zich, maar van wat het betekende in relatie tot mezelf. Het was lang iets wat ik heel graag wilde zijn, maar niet was (dacht ik). Het was iets dat ik zag in anderen, maar niet terugvond in mezelf.
Ik heb jaren besteed aan braaf doen wat ik dacht dat mensen leuk zouden vinden dat ik zou doen. En zolang ik dat wel deed, hield ik mijn eigen ideeën, gedachten en projecten op een veilige afstand. Want als je gewoon doet wat iedereen verwacht, kan je niet falen, toch?
Jawel! Je kan dan keihard falen! Ik bleef zitten met het onbehaaglijke gevoel dat ik wel iets wilde, maar dat ik het zeker niet alleen zou kunnen (wat, iets doen zonder dat iemand mij zou zeggen wat precies? hoe griezelig zou dat zijn? ik zal rap zijn) en ik was ongelofelijk geïntimideerd door wat ik anderen zag doen: ze schreven, ze maakten, ze deden, ze geloofden erin.
En toen kwam ik mijn lief tegen en werd mijn bewijsdrang groter dan mijn angst. Ik wilde hem tonen dat hij gelijk had, wanneer hij zei wat hij allemaal in mij zag. En ik begon te schrijven, op blogs die ik nooit deelde, op platformen die ik nooit online zette. En ik begon ja te zeggen tegen mensen die met mij over dingen wilden nadenken en brainstormen. En toen begonnen Zita en ik een blog, eentje die wel online kwam en die we wel deelden. Ik ontdekte dat creatief niet griezelig is en dat je niet meteen de Nobelprijs voor de Literatuur of de Oscar voor beste scenario moet willen winnen. Dat gewoon iets maken beter is dan niks. Daar daar komt het eigenlijk op neer. En pas op, dat blijft vechten voor mij. Dat vraagt een koppige tunnelvisie, waarin ik probeer mezelf niet te vergelijken met de mensen die ik bewonder. Want dan doe ik niks, omdat niks ooit goed genoeg zal zijn. EN DAT, gasten, is de struggle of my life.
Chiro: De jeugdbeweging waar ik 12 jaar lang lid van was. Ik denk dat ik geen enkel vrijetijdsverdrijf zo lang volhield. Al begon ik er niet met volle goesting aan. De allereerste keer dat mijn ouders mij afzetten aan het lokaal, huilde ik de hele middag. We reden met een grote kar getrokken door een tractor (?) het dorp rond en ik herinner me enkel dat ik luidkeels zat te bleiten op de kar. Topreclame voor de jeugdbeweging. Met dat gebleit kreeg ik wel gedaan dat ik pas 3 jaar later opnieuw moest gaan, toen mijn zusje oud genoeg was om ook te gaan en mijn ouders het idee van een namiddag zonder 2 van de 3 kinderen, té heerlijk vonden, om nog te luisteren naar mijn smeekbedes. Sindsdien heb ik ook nooit meer een hele middag gehuild.
Achteraf bekeken verbaast het mij wel dat ik er niet vroeger de stekker uittrok, want eigenlijk was jeugdbewegen niet echt iets voor mij. Ik hield niet van spelen in grote groepen, ik hield van lezen en van één-op-één spelletjes. Ik kon niet goed knutselen of dansen of zingen. Ik was toen al een slechte slaper, die ook nog eens bang was om ’s nachts naar het toilet te gaan.
De Sara die in de jeugdbeweging zat. Maar ook hier, gewoon alleen op de foto. Terwijl mijn zussen bijna altijd samen op de foto staan.
Maar toch heb ik zoveel goeie herinneringen aan mijn chirotijd: aan dingen doen die je op je eentje nooit zou durven, aan je sterk en krachtig voelen doordat je in groep bent, aan het aftasten van mijn eigen grenzen (toch ’s nachts naar toilet gaan), leren onderhandelen met anderen en ook gewoon pistolets eten en tien dagen vlees krijgen op kamp (not so much in het Theunynckhuishouden). In tenten slapen, vriendschappen bouwen en op de duur zelf elke week zelf verantwoordelijk zijn voor het entertainment van vijftien krioelende kinderen. Zou je het mij nu voorstellen als hobby, ik zeg resoluut neen, dus misschien is het maar goed dat je als kind niet alles te zeggen hebt over het leven?
De C van tante Chris ? 🤗
Sowieso. Dat Sara dat vergeten te vermelden is. <3 Doe haar zoveel groetjes en liefs!