Hoe dikker ik word, hoe onvermijdelijker het zich aandient. Het kind dat komt.
Ik ben niet heel goed in verandering. Ik denk vaak dat ik verandering wil, maar eens die verandering zich dan aandient, denk ik: waarom wilde ik verandering? ALLES WAS TOCH GOED ZO.
En nu blijkt dat wij beslist hebben een extra mens aan ons leven toe te voegen. Voor altijd.
Het is niet eens dat ik daar spijt van heb. Ik zie die nieuwe mens al graag, ik voel hem trappen en wroeten en ik vergeef hem nu al alle misselijkheid, al het maagzuur, alle gemene trappen in mijn longen of de constante druk die hij op mijn blaas zit. Ik wil voor hem zorgen en ik wil dat niemand hem ooit kwaad doet.
En tegelijkertijd denk ik: was het leven al niet vol genoeg?
Hadden we echt extra prikkels nodig? Een extra uitdaging die groter is dan eender welke uitdaging die we ervoor zijn aangegaan?
Als iemand mij zou voorstellen om een permanente stress, DIE NOOIT MEER WEG ZAL GAAN, aan mijn leven toe te voegen, dan zou ik daar toch nooit ‘ja’ op zeggen. Dan zou ik zeggen: ben je gek? Flikker op met je dom idee. Nog meer, omdat ik me op dit moment helemaal geen niet zoveel zorgen maak, als dit hormonen zijn, geef mij een abonnement, want ik heb mij nog nooit zoveel niet-zorgen gemaakt, over iets wat zo ondenkbaar groot en belangrijk is). En dan is er nog dat slaapgebrek, dat is één zeurende zorg die zich in een hoekske van mijn hersenen heeft genesteld om niet meer weg te gaan.
Toch zit ik hier, met een buik vol mens.
Met een extra bed in onze slaapkamer, een wipstoel in de woonkamer, een sporttas met babykleertjes en borstkompressen en gigantische maandverbanden en powerbars naast de deur.
Met dromen, soms zelfs nachtmerries, over de melk die ik zal moeten maken, MET MIJN EIGEN LICHAAM. Dan droom ik dat het niet meteen lukt en dat ik drie dagen krijg, om het te doen lukken en dat de baby anders doodgaat. Dus probeer ik hem te voeden en nog eens en nog eens. En dat lukt niet. Tot het ineens wel lukt. En ik zoveel melk maak dat ik permanent twee melkflessen aan mijn tieten moet vastmaken, die ik elke minuut vul. Zoveel melk is er. En dat Zita en ik in een chique klerenwinkel zijn en dat ik daar sta met mijn tweemelkflessen die zichzelf aan een moordend tempo vullen.
Die mens komt.
Het is alsof we zitten te wachten op een aardbeving, die we zelf besteld hebben.
Maar dan schattiger, kleiner, lekker ruikender en alleen allesverterend voor onszelf, voor ons twee.
Alle evolutionaire biologen zitten nu meewarig naar mij te kijken. Die denken van: ha, ja, die primitieve drang tot voortplanting heeft je lekker liggen gehad. TOLD. YOU. SO. Ik heb me nog nooit zo’n speelbal gevoeld van mijn primitiefste drang. En mijn lief heeft hetzelfde. Met grote ogen kijken we naar de rare kronkels die mijn buik maakt terwijl we ’s avonds op de zetel zitten.
We denken: nu nog efkes niet
Laat ons nog even in onze waan dat wij gewoon een twee-eenheid zijn, dat niet alles anders wordt binnenkort. Maar ik zie mijn eigen angst weerspiegeld in zijn ogen. Een gezonde angst, denken we, te vergelijken met de hele zomer in hetzelfde openluchtzwembad te gaan zwemmen en af en toe iemand van de hoogste springplank zien duiken. Het ziet er waanzinnig leuk en beangstigend uit.
Hoe verder de zomer vordert, hoe meer je beslist dat je dat ook gaat doen: springen.
Durven.
Maar op de voorlaatste dag sta je daar, bovenop de plank. En dan besef je pas hoe ver je verwijderd bent van het water, hoeveel er mis kan gaan tussen het moment dat je voeten loskomen van de plank en tot je veilig het water raakt. En besef je hoe hard je de wind voelt, hoe wankel de plank is, hoe bang je bent om daar gewoon nog maar te staan.
Veilig landen, dat hopen we.
In het geval van de plank kan je dan nog beslissen om gewoon, met je ogen neergeslagen, terug naar beneden te wandelen.
In het geval van de mens in mijn buik zal het toch handen vasthouden en springen worden en hopen dat we veilig landen.
Ooit.
proficiat alvast! Hoe koud of hoe warm dat water heeft, dat zal je pas ervaren eens je kletsnat bent. Ik wens je heel veel succes bij de start van dit nieuwe hoofdstuk!
Ook dat nog: watertemperatuur! Daar had ik nog geeneens rekening mee gehouden.
Zooo herkenbaar Sara!! Ik zit hier ook met een buik vol mens…. geen idee wat er boven m’n hoofd hangt en er toch zo kalm overblijven tegelijkertijd doodsbang… Heel veel succes!!!
Insgelijks dan! Ik weet nooit wat ik moet zeggen tegen mensen die een kind gaan krijgen: succes? sterkte? doe dat goed? AL DIE DINGEN DUS!
Mooi’. Heel mooi! 🙂 En voor straks: courage hè! 🙂