Wanneer je baby pas geboren wordt, zijn er een paar standaard dingen die mensen zeggen. Ik weet niet waar ze die geleerd hebben, maar het lijkt alsof ze ergens collectief gebrieft zijn, want IEDEREEN zegt hetzelfde.
Een kleine bloemlezing:
- Je moet ervan genieten, want het gaat zo snel
- Kleine kinderen, kleine problemen
- Slaapt hij al door?
En op het moment dat je daar zit, met je nieuwgeproduceerde mens en lekkende tieten en pijnlijke onderkant (dat zegt dan weer niemand: hallo, je zal nog weken bloeden als een stervend rund, maar dat is normaal) dan denk je: ja ja, het kan allemaal wel zijn, maar breng mij gewoon eten in plaats van advies. En een glas water. Want ik heb dorst. NU.
En wanneer daar weer iemand zijn wijsneuzerige ‘kleine problemen’ zin aanvat, luister je gewoon niet meer. Want als je die zin probeert door te denken, word je paniekerig onzeker. Als dit de fase is met de kleine problemen, wat komt er dan nog allemaal?
Het is alsof je een nieuwe job begint en je nieuwe collega’s in de eerste weken aan je bureau passeren en zeggen: ja, je denkt dat het nu moeilijk is, om te wennen aan al je nieuwe verantwoordelijkheden, nieuwe procedures, onze rare manier van werken, maar WACHT MAAR, hoe langer je hier werkt, HOE MOEILIJKER HET WORDT.
Daar zit je niet op te wachten. Toch? TOCH?
Want in die eerste babyroes kan er geen groter probleem zijn dan het feit dat je een nieuwe mens hebt gemaakt en dat alle erge dingen van de wereld nu niet alleen jou, je lief en je familie kunnen overkomen maar ook deze prachtige baby die zo mooi is en vers en onschuldig en de wereld is zo slecht en vuil en gevaarlijk.
Liefste mannen en vrouwen die net vader of moeder zijn geworden.
Dat gaat wel een beetje over.
Dat wordt beter. Echt.
(en lees gewoon hieronder niet verder, het is voor je eigen goed).
Het wordt beter en dan…
Je denkt een tijd lang: dat gaat hier vrij goed, ik begin deze baby te snappen. Ik slaag erin om met de baby het huis te verlaten. Ik ben weer aan het werken en ik heb niet elke vijf minuten aan mijn kind gedacht: I’M ON A ROLL, BITCHES. En op dat moment leun je achteruit en denk je: leugenaars, het kind wordt groter, maar de problemen niet.
“I’m on a roll bitches”, denk je zoals dit varentje.
Tot nu, bijna een jaar later.
En ik moet toegeven dat er toch ook iets van waarheid zit in die klote uitspraak. Er zit iets in, in die zin. Want nu komt De Opvoeding. En serieus, wat is er leuk aan opvoeden?
Niemand vond het leuk om opgevoed te worden, dus waarom zou het leuk zijn om iemand anders op te voeden? Dat is althans mijn idee.
Baby knuffelen, graag zien, verzorgen, in leven houden, aaien, ZELFS mee spelen, allemaal leuk.
Mijn ouders spelen ook graag met die baby. (Waar zijn die mensen naartoe die poëzie lazen, op zondagochtend naar Bach luisterden en 7 uur lang in het British Museum rondliepen?)
Opvoeden: stom, vermoeiend, confronterend.
Nu snap ik het: dat opvoeden gaat alleen maar meer ruimte innemen. Ons kind gaat almaar minder geknuffeld willen worden en almaar meer opgevoed moeten worden. Hoe heb ik dat niet zien aankomen? Bij mijn angsten over het hebben van een kind was deze zelfs nog niet bij mij opgekomen. Ik was bang dat ik nooit meer zou slapen, dat ik mijn kind stom zou vinden, dat er iets met hem zou gebeuren. Maar niet dat ik het kind zou moeten opvoeden en dat dat vervelend zou zijn.
Dit is echt het begin van een potentieel zeer gevaarlijke situatie: gebeurt duizend keer op een dag.
Gelukkig, mensen, zie je je kind zo supergraag dat je er plezier uithaalt om hem iets te leren. Je wil ook dat het een leuk kind wordt, geen verwende mossel. Dus beginnen wij stilaan met opvoeden, met ‘nee’ zeggen, met een poging tot consequent zijn (en heel veel falen, maar echt heel veel), met uitleggen waarom dingen niet mogen, met praten over wat we belangrijk vinden en wat we hem willen meegeven (’s avonds, terwijl we wijn drinken, uiteraard). En zit ik de baby ook nog waanzinnig hard te knuffelen en te genieten van zijn klein lijfje en onze kleine problemen.
en dan krijg je dat kind ineens relatief goed opgevoed aan een jaar of 7, dat is beleefd als het moet en kan zijn manieren toch enigszins binnen het aanvaardbare houden, en dan hoor je een collega vertellen dat haar 14-jarige dochter aan de drugs zit…..yikesssss het is NOG niet gedaan!
Super opbeurend. 😑
Leuk artikel en heel herkenbaar! Wij hebben op een gegeven moment – toen onze oudste zoon 13 maand was en net een hele aperitieftafel had leeggevreten, ondanks onze duizenden keren “nee” zeggen – beslist niet meer “op te voeden” tot we het idee hadden dat hij ons begreep. Een paar keer getwijfeld of dat wel een goed idee zou zijn, maar nu hij 4 is en eigenlijk super flink (en oké, wij moeten zelf heel hard lachen met pipi, kaka en prot moppen, dus dat vinden we niet stout) zijn we toch blij dat we niet te vroeg zijn beginnen opvoeden. Geniet er maar van, nu hij nog klein is 😉.
Dat is echt wat ik heel graag wilde horen! Topadvies. We gaan gewoon stoppen. Ik kan niet wachten tot protmoppen.