INLEGKRUISJES
Toen ik klein was, stuurde mijn mama mij naar de supermarkt in ons dorp, de Tecno. Hoe klein was ik? Ik zat in de lagere school, maar ik kon wel al met de fiets op pad gestuurd worden om iets in de winkel te gaan kopen. Negen? Tien?
Ik moest ‘inlegkruisjes’ kopen. Ik wist niet wat dat was. Maar het leek mij iets wat ik vast wel bij de naaispullen zou kunnen vinden. Het zou iets zijn om gaten in broeken makkelijker te repareren, toch?
Ik vond geen inlegkruisjes bij de naaispullen. Ik ging kijken bij de rayon allerhande praktische shit: tandenstokers, punaises, stoelviltjes, batterijen, inlegkruisjes? Nope.
Bakpapier, bicarbonaat, vanillesuiker, inlegkruisjes dan? Nope.
Ik dwaalde doelloos door de winkel in de hoop dat mijn oog op de inlegkruisjes zou vallen. Niks.
Ik was te beschaamd om te vragen waar ik de inlegkruisjes kon vinden. Want om iets vragen waarvan je niet weet wat het is, dat voelde als 100% kans om mij belachelijk te maken. En dat was mijn nummer 1 angst:
- mij belachelijk maken
- merken dat je zonder onderbroek naar school bent gegaan (met grote kans op mij belachelijk maken)
- derde wereldoorlog
Dus fietste ik gewoon weer naar huis. En vertelde aan mijn in dringende nood van inlegkruisjes (waarom, trouwens, voor een enkel pak inlegkruisjes, je dochter naar de winkel sturen? mama? why?) verkerende moeder dat ik geen inlegkruisjes gevonden had.
Waren er geen dan, vroeg ze. Waarop ik moest opbiechten dat ik niet eens wist waarnaar ik op zoek was. Ik herinner me niet of ze me uitlegde waar ze voor dienden of hoe ik ze moest herkennen. Ook niet of ik teruggefietst ben naar de winkel. Ik weet wel dat vanaf toen niet meer dacht dat inlegkruisjes dienden om gaten in broeken te stoppen.
En ik maak mij nog altijd niet graag belachelijk.
Hihihiiiii
toch een schattige herinnering na verloop van tijd.
Haha, ja, nu vind ik dat heel grappig.