LOSLATEN
Er komt een moment waarop ik niet meer de held ben. Niet meer magisch zijn pijntjes wegkus. Hem niet meer doet lachen wanneer ik met overdreven grote trage passen en een vals vervaarlijk gezicht op hem kom afgelopen. Een moment waarop hij mij niet meer zijn grootste glimlach zal geven wanneer ik plots verschijn. (die crèchelachskes wanneer ze je zien opdagen op het einde van de dag, serieus, kan iets dat evenaren?) Hij kwaad zal zijn op mij. Wij ruzie zullen moeten maken. Ik niet meer zijn alles ben die hem de wereld kan uitleggen, die hem toont hoe dingen werken en niet werken. Diegene bij wie hij altijd komt knuffelen of op schoot kruipen, wanneer hij moe is, verlegen, bang, droevig. Een moment waarop hij doorheeft dat ik niet elk pijntje zal kunnen oplossen.
Ik ben zo bang voor dat moment. Want intussen ben ik gewend aan mijn nieuwe rol. Van held, van pijn-wegkusser, van stand-up comedian, van rots in zijn branding.
Het is mijn identiteit binnengeslopen en ik weet niet goed hoe ik mij moet voelen wanneer ik al die dingen niet meer ben. Maken mensen daarom nog een kindje? Om dat gevoel toch maar uit te stellen? Of zit iedereen in therapie? Of erger nog, elke avond in zijn bedje te huilen?
Want als je alles bent, hoe word je dan weer minder? Of is het gewoon een kwestie van anders?
Wat schrijf jij ontzettend mooi. Ook inhoudelijk is het een heel mooie reeks. Met interessante vragen die tot denken aanzetten. Dank je!
Danku. Dat is zo lief. En zo motiverend. En mijn hart springt wanneer iemand gewoon de tijd neemt om iets liefs te zeggen.
nen hond.. neem u nen hond !
dat helpt tegen de zoveelste ‘ik haat u’
die je tieners je elke keer naar het hoofd gaan slingeren
als je nog eens *insert oogrol* een keertje zeg
dat ze hun buro moeten opruimen
of anders..
kwispel zelf
het helpt
😉
https://liebest.wordpress.com/2018/03/21/kwispel/
Goeie tip. Maar echt, goeie tip. Oh dat tienerschap, ik weet niet of ik daar ooit klaar voor ga zijn. Ik weet nog zo goed hoe het is om een tiener te zijn, eentje hebben kan ik niet aan.
Eerlijk. Ja, het valt weg. Maar minder snel dan je denkt. Die crèchelachjes die groeien mee in peuter- en kleuterklaslachjes of buitenschoolseopvanglachjes. En langzaam groei je vanuit de ene rol naar de andere. Misschien wat minder held, maar wat meer vertrouweling. Wat minder pijnwegkusser, maar wat meer troostende knuffel.
Behalve rots in de branding. Dat blijft, altijd.
(PS – ik lees hier al geruime tijd – heel stil maar heel graag- mee. Mooie stukjes, telkens opnieuw.)
😍
ik durf daar nog niet aan te denken. Ik ben er niet klaar voor
Pff, ik ook niet.