(VOOR)LEZEN
ca.1995
Ik zit op een bed in een sjofel huis ergens in de Ardennen. Mijn mama leest mij en mijn zusjes en nichtje en neef voor. Ik voel me op dat moment eigenlijk een beetje verloren, ik hoor niet bij de andere kinderen, zij zijn de kleintjes en ik niet. Maar ik wil het voorleesritueel toch niet missen. Dus positioneer ik me ergens aan de rand van het bed, niet echt betrokken, maar wel binnen luisterafstand van het verhaal waarvan elke avond een stukje wordt voorgelezen. Het voelt troostend en veilig.
ca. 2003
Ik zit op een luchtmatras in een sjofel lokaal ergens in Vlaanderen. Ik ben leidster van een groep 6- en 7-jarigen en ik lees ze alle twintig een verhaal voor. We zijn op kamp. De 6- en 7-jarigen zijn heel luid en emotioneel en hebben veel vragen, maar tijdens het verhaal zie ik vooral hun ernstige oogjes en hun open mondjes.
ca. 2012
Ik ben aan een nieuwe job begonnen en ik heb 90% van de tijd het idee dat ik geen idee heb waar ik mee bezig ben, terwijl de mensen naar mij kijken alsof ik de uitvinder van het warm water ben en ze willen weten wanneer ik mijn volgende geniale zet ga doen. Ik heb stress, ik kan niet slapen, ik ben onrustig. Mijn lief leest me ’s avonds in bed korte verhalen van Toon Tellegen voor, die me doen huilen en lachen en die me meestal, door zijn voorleesskills, na een verhaal of drie eindelijk zalig in slaap wiegen. Ik denk soms ‘als wij ooit een kindje zouden maken, dan gaan wij die dit voorlezen. Dat kan niet anders.’ Ik denk ook ‘die Toon Tellegen is een genie, ik ga er alles over opzoeken, nee, toch niet, want stel dat ik iets vind waardoor ik die plots onaardig zou vinden, dat kan niet gebeuren.’ Dus ik google Toon Tellegen nooit.
ca.2017
In ons bed ligt een baby’tje van een paar dagen oud. Mijn lief leest mij en de baby voor uit een heel raar kinderboek. Want voorlezen is goed voor baby’s. Op dit moment is voorlezen vooral goed voor de moeder van de baby, zij heeft afleiding nodig van het feit dat alle mensen ter wereld iemands kind zijn en dat wanneer mensen iets overkomt, dat al die mensen dus van iemand het kind zijn en hoe verschrikkelijk dat is en die gedachte ligt als een zware klem rond de nek van die moeder en ik heb verhalen nodig die niet complex zijn, die de wereld klein maken, zoals ‘Kattensoep’ dat mijn lief ons voorleest. Mij en die hele kleine baby.
ca.2019
Elke avond lezen wij het kindje Dikkie Dik voor. In het boek staan 365 verhalen, maar toch lezen we, zo lijkt het wel, om de drie dagen het verhaal voor van het pingpongballetje dat onder de kast rolt. Tijdens de dag kruipen we in de zetel met Rupsje Nooitgenoeg, slaan we elke keer weer de pagina’s om van De Kleintjes, een boek dat een mysterieuze aantrekkingskracht heeft op alle kinderen. Of we lezen voor uit een boek waar een maan in staat en waarvan enkel die pagina belangrijk is. Er komen stilaan boeken van de bib binnen. Boeken die geniaal zijn (want met mopjes voor ouders die kinderen niet snappen of niet nodig hebben, maar zo heb je er zelf ook iets aan, Otto in de luchthaven is een droomboek) en boeken waar geen ene hol aan is, maar die je kind zelf in de bib gekozen heeft. Maar sowieso is elk moment waarop hij zijn billetjes naar achter schuift om op je schoot te komen zitten om voorgelezen te worden het einde.
En dit alles om te zeggen dat het voorleesweek is, maar eigenlijk is het altijd voorleesweek voor mij. (Voor)lezen is veiligheid, rust, geborgenheid, gezelligheid. Ik kan me niet inbeelden dat je geen boekjes leest met je kind of je lief of jezelf, maar stel dat het zo is, begin ermee. Voorlezen is leven, jong.
Voorlezen is leven, het zal wel zijn!
YEAH BABY
‘Op dit moment is voorlezen vooral goed voor de moeder van de baby, zij heeft afleiding nodig van het feit dat alle mensen ter wereld iemands kind zijn en dat wanneer mensen iets overkomt, dat al die mensen dus van iemand het kind zijn en hoe verschrikkelijk dat is en die gedachte ligt als een zware klem rond de nek van die moeder’ Ha. Van dat besef heb ik toch ook even moeten bekomen.
Ik dacht toen echt dat die gedachte mij nooit meer los zou laten…